In memoriam Herman Divendal 1948 - 2015

Auteur: 
Juan Heinsohn, 11 februari 2015, Rotterdam

Op zondag 8 februari 2015 is, in zijn huis in Amsterdam, Herman Divendal overleden. Herman was lid van de Landelijke expertgroep bij het project Ongekend Bijzonder. Hij is 24 jaar lang actief geweest in AIDA Nederland (Association Internationale de Defense des Artistes), een belangrijk steunpunt in ons land voor vervolgde, gevluchte kunstenaars. Zijn kennis van zaken, uitgebreide netwerk, ervaring en grote betrokkenheid met gevluchte kunstenaars, waren een waardevolle bijdrage aan ons project. We missen een "compañero" die de situatie van vluchtelingen wist te begrijpen, een inspirerende persoonlijkheid die de liefde van velen wist te winnen met zijn oprechte betrokkenheid, menselijkheid en solidariteit.

De zondag daarvoor, 1 februari 2015, ben ik bij Herman op bezoek geweest. Ik werd toen door Marian, zijn partner, ontvangen. In de woonkamer lag Herman, op een ziekenhuisbed naast het raam. Hij was mager en oud geworden, maar zijn ogen hadden nog het licht, de verwondering voor alles, de liefde voor zoveel mensen die hij ontmoet heeft in zijn leven en werk. Ik ging bij hem zitten, en pakte zijn hand vast. Ik probeerde mij groot te houden, alsof ik hem niet ziek zag. Hij wilde weten wat ik aan het doen was, we deelden al jaren de passie van projecten ontwikkelen, mensen uitdagen om het beste van hun creativiteit te laten zien, ruimte creëren voor anderen, alsof wij, daardoor, onze eigen wereld groter maakten.

Zelf heb ik Herman eind jaren '90 leren kennen. Hij zat bij AIDA Nederland, ik bij stichting Dunya te Rotterdam, een organisatie die podia creëerde voor de presentatie van wereldcultuur. Kort daarna gingen we projecten ontwikkelen en samenwerken. Hij wist niet alleen kracht, energie, toe te voegen aan ideeën van nieuwe activiteiten, maar ook een bepaald evenwicht te brengen in de plannen, evenwicht gebaseerd op ervaring en intrinsieke kennis van het culturele veld, kennis die voor velen van ons, mensen gekomen van ver, niet zomaar paraat hebben. Integratie blijkt een eindeloos karwei.

En inderdaad, als je van ver komt op zoek naar veiligheid, met de droom een huis te bouwen voor je nieuwe verdere leven en de weg nog moet vinden, ook in deze eigenaardige taal, heb je open deuren nodig en personen die de mensentaal spreken. Dat was de taal van AIDA, het was de taal van Herman.

Ik weet dat hij nooit het juiste honorarium heeft ontvangen voor al zijn werk. Ik had het gevoel dat dit voor Herman een punt was, maar zeker geen drempel om te blijven werken aan waar hij in geloofde. Uit eigen ervaring weet ik dat het thuisfront hier niet altijd blij mee is. In onze maatschappij is het delen, het bevorderen van menselijkheid, waardering voor de culturele bagage van vluchtelingen, een slecht betaalde bezigheid. Zo is toen ook de subsidie van AIDA in 2012 stopgezet. De marktwaarde van een mens wordt niet bepaald door de Hermans van deze wereld, maar door kooplieden die handeldrijven in leven en liefde. Wat AIDA deed voor anderen was voor hun niet van belang. 

Bij hem op bezoek, zittend naast zijn ziekbed, houd ik zijn hand vast. Hij vraagt nog een keer excuses voor dat ene telefoontje. Hij belde medio januari om met mij te praten, hij was boos. Hij wilde dat ik het schrijven van gedichten en werken aan mijn schilderkunst serieus aan zou gaan pakken. Er was geen tijd meer om van alles te blijven doen: maak keuzes en ga diep in je eigen werk. Hij was boos, net als een vader die verwacht dat zijn kind alle mogelijkheden gaat benutten in de ontwikkeling van wat goed is voor hemzelf en zijn toekomst. Na zo een gesprek liep ik dagen lang met zijn woorden in mijn hoofd. Ergens in mijn hart en ziel weet ik dat hij gelijk had en heeft.

Aan het eind van mijn bezoek kus ik zijn voorhoofd en ga naar buiten. Op de stoep, voor zijn deur, breekt mijn hart. Daarna, een beetje verloren, loop ik richting de tram, maak ik foto's van zijn geliefde stad, van de straten die hij nooit meer zal kunnen lopen. 

Vaarwel vriend.

 

Juan Heinsohn Huala is één van de veldwerkers binnen het project Ongekend Bijzonder