• Foto: Maria Heijdendael
    #CCCCFF
    #CCCCFF
    230

Verslag Conferentie Opvoeden is een gesprek in Marokko, Suriname en Turkije

'Al 39 jaar woon ik in Nederland, waarom zou ik moeten weten hoe mijn moeder in Marokko is opgevoed?' Dat was, zei oud-Tweede Kamerlid Samira Bouchibti, het eerst wat in haar opkwam toen Saskia Moerbeek, directeur van BMP, haar vroeg dagvoorzitter te zijn op de Werkconferentie over pedagogische ontwikkelingen in Marokko, Suriname en Turkije. Die dag zou het boek Opvoeden is een gesprek in Marokko, Suriname en Turkije gepresenteerd worden. Bouchibti besloot het eerst maar eens te gaan lezen. 'Ik moet bekennen', zei de aantrekkelijke blonde vrouw vrijdagochtend 18 november 2011 tegen een zaal vol mensen. 'Het is een zeer inspirerend boek. Ik begrijp nu beter waarom mijn moeder mij heeft opgevoed zoals ze mij heeft opgevoed.'
'Hoe je over opvoeden denkt, is mede bepaald door hoe je zelf bent opgevoed', zei Saskia Moerbeek vervolgens. 'En: de waarden die je je kinderen wilt meegeven, heb je vaak van je eigen ouders meegekregen.'

Zeker 100 mensen waren naar de werkconferentie gekomen: ouders en vertegenwoordigers van gemeentes, scholen, maatschappelijke instellingen en universiteiten. Bij aanvang van de conferentie vertelde Moerbeek dat BMP zich, in het kader van het project Opvoeden is een gesprek, al jaren verdiept in de vraag: wat is opvoeden voor Turken, Marokkanen en Surinamers in Nederland? Wat zijn hun achterliggende waarden en opvattingen? BMP sprak hierover met kinderen, ouders, onderzoekers, wetenschappers, leraren. Omdat migranten zich doorgaans sterk verbonden voelen met de landen van herkomst, was het tijd geworden om in die landen te gaan kijken. Wat zijn de pedagogische ontwikkelingen in Turkije, Marokko en Suriname? Hoe zijn de Nederlandse Marokkanen, Turken en Surinamers indertijd opgevoed, welke waarden kregen ze mee, hoe is dat nu, wat is de situatie in de gezinnen? Hoe wordt in het publieke debat over opvoeden gedacht? Drie onderzoekers waren erop uitgestuurd: Nicolien Zuijdgeest trok naar Marokko, Ibrahim Yerden naar Turkije en Mildred Uda-Lede had onderzoek laten doen in Suriname. 'Het zijn allemaal landen in beweging', vatte Moerbeek de belangrijkste bevindingen samen. 'Suriname is duidelijk een immigratieland, met veel nieuwe groepen uit Haïti, Venezuela en China. In zowel Turkije als Marokko is sprake van een grote trek van het platteland naar de stad, in beide landen is er een grote tegenstelling tussen seculier en religieus opvoeden.'

Pedagogiek als wetenschap is in de drie landen nauwelijks ontwikkeld, daar is geen geld en aandacht voor. Als er al wetenschappelijke literatuur is, is die vaak sterk verouderd. De inzet van de pedagogische faculteiten is vooral praktijk gericht. In Turkije wordt onderzoek gedaan naar de effecten van verstedelijking op families, in Marokko naar de effecten van de onderwijshervormingen en in Suriname wordt vooral onderzocht hoe mishandeling van kinderen voorkomen kan worden.
Dat er weinig wetenschappelijk onderzoek gedaan wordt, betekent overigens niet, zei Moerbeek, dat er geen pedagogen zijn in Turkije, Marokko en Suriname. 'Die zijn er zeker, en die zijn ook heel bevlogen. Ze zien een taak in het opvoeden van ouders, ze doen veel aan ondersteuning en voorlichting. Turkse ondersteuningsprogramma's worden ook geëxporteerd.'

In het publieke debat is opvoeding dan ook een belangrijk thema, in alle drie de landen. Door de binnenlandse migratie en de migratie naar Europa zijn de vanzelfsprekende patronen onder druk komen te staan. Inwoners van alle landen moeten voor het eerst echt nadenken over de vraag: wat is opvoeden eigenlijk? In Suriname lijkt een soort 'mainstream' opvoeding te ontstaan, een mengeling van de manieren waarop de verschillende bevolkingsgroepen hun kinderen opvoedden. In Turkije is er veel aandacht voor de opvoeding en vorming van meisjes. In Marokko staan de machtsverhoudingen binnen het gezin en op school onder druk, de kritiek op lijfstraffen groeit.
In alle drie de landen worden er vragen over de rol van de vader gesteld. Wat betekent het voor de opvoeding van kinderen dat de vader altijd afwezig was? Gedurende de hele werkconferentie was dat een belangrijke vraag: welke rol spelen vaders in de opvoeding en welke rol zouden ze kunnen spelen?

Toen Saskia Moerbeek de eerste inleider van de conferentie wilde aankondigen, ontstond rumoer in de zaal. Een tiental mannen en vrouwen van verschillende nationaliteiten kwam naar voren. Het bleken de leden van de landelijke oudergroep 'Opvoeden is een gesprek'. In kernachtige zinnen vatten ze in hun eigen taal de belangrijkste thema's van de werkconferentie samen. 'Opvoeden is: van elkaar leren', zei de een. Een ander: 'Participatie komt van twee kanten'. Een derde: 'We gaan op zoek naar de derde weg.'

Dr. Müge Şen: Opvoeden in Turkije

Als eerste vertelde dr. Müge Şen, onderzoeker aan de Ankara University over opvoedingsvisies en onderwijstrends in Turkije. Volgens haar wordt het steeds belangrijker gevonden kinderen al op jonge leeftijd, vanaf 5 jaar, naar school te sturen. In het publieke debat over opvoeden maakt men zich vooral zorgen, over, bijvoorbeeld de taalachterstand van jonge kinderen. Die wordt, menen velen, veroorzaakt door het vele tv kijken. Over de manier van belonen - vooral met cadeautjes en junk food -, over het gebrek aan zelfstandigheid van jonge en schoolgaande kinderen, over de toename van gedragsproblemen, over het overmatig mediagebruik en over de afkeer van leren van Turkse kinderen.
Volgens Müge Şen hebben veel ouders moeite te bepalen welke rol ze als opvoeder willen spelen. Sommigen hebben de neiging niet al te consequent te zijn in hun opvoeding. Anderen zijn weer behoorlijk conservatief, of heel beschermend, erg autoritair, of heel permissief. Turkse ouders verwachten veel van hun kinderen, tegelijkertijd brengen ze minder tijd door met hun kinderen dan vroeger. Veel ouders weten weinig van de ontwikkeling van kinderen in het algemeen. Ze leunen sterk op tradities en gewoontes. Ook op scholen is weinig kennis van de ontwikkeling van kinderen. Kinderen hebben te weinig mogelijkheden om te ontspannen, de druk van school, en van de sociale omgeving is erg groot.
Müge Şen zou graag willen dat ouders hun kennis over de ontwikkeling van het kind vergroten, ouders zouden meer met hun kinderen moeten praten, hen bijvoorbeeld meer mee moeten laten beslissen bij belangrijke besluiten en ouders zouden wat meer logische doelen en reële verwachtingen voor hun kinderen moeten formuleren.

Zie hier voor de presentatie van Müge Şen.

Verwachtingspatroon ouders hoog

'Herkennen jullie iets in het verhaal van Müge Şen', vroeg Samira Bouchibti na afloop van de lezing aan de zaal. 'In Nederland is de sociale druk op kinderen ook groot en het verwachtingspatroon van ouders hoog', zei een oudercontactfunctionaris. 'Uiterlijk lijken de verschillen tussen de landen groot', zei iemand anders, 'maar als je een tijd met elkaar gesproken hebt, blijken er uiteindelijk vooral veel overeenkomsten: iedereen wil uiteindelijk het beste voor zijn kind.'
'In jouw verhaal lijken alle Turkse ouders hetzelfde', zei een jonge vrouw tegen Müge Şen, 'Zijn er geen verschillen tussen hoger- en lager opgeleiden, arme en rijke?' Müge Şen: 'Het grootste verschil is tussen ouders op het platteland en ouders in de stad. Ouders op het platteland vinden vooral vergroting van de levensstandaard belangrijk, goed onderwijs komt voor hen op de tweede plaats. Ouders uit de steden betalen veel geld om hun kinderen naar goede privé-scholen te sturen. Vaak zijn dat internaten. Hiermee geven ze de opvoeding voor een belangrijk deel uit handen.’

Dr. Reina Waalring: Opvoeden in Suriname

Volgens de pedagoog dr. Reina Waalring maken ouders in Suriname zich zorgen 'over de jeugd van tegenwoordig', over het moreel verval, over het ontbreken van normen, over de slechte schoolprestaties. Surinaamse jongeren zijn niet meer zo gehoorzaam en volgzaam als tien, vijftien jaar geleden. En die, op hun beurt, voelen zich vaak beknot in hun mogelijkheden.
De situatie voor kinderen en jongeren is niet eenvoudig in Suriname. Veel kinderen, met name Creoolse, groeien op in eenoudergezinnen. Mannen hoppen van gezin naar gezin, of van vrouw naar vrouw, ze hebben bij verschillende vrouwen kinderen, maar ze nemen niet de verantwoordelijkheid voor de zorg van die kinderen. Passagierende vaders, noemt Reina Waalring deze mannen.
Het aantal zwangerschappen onder tieners is groot. Relatief veel jongeren komen in aanraking met drugs en criminaliteit. Ouders hebben, aldus Waalring, steeds meer de neiging hun rol als opvoeder te beperken tot wat zich binnen de vier muren van het huis afspeelt. Voor wat hun kind buitenshuis doet, voelen zij zich niet verantwoordelijk. Ondanks alle bedreigingen en verlokkingen weten toch veel kinderen in Suriname zich staande te houden. De kinderen creëren voor zichzelf helden of zien in anderen rolmodellen en streven dan het beste na.

Verantwoordelijkheid niet afschuiven

'Wat vindt u ervan, dat ouders zich terugtrekken in Suriname', vroeg iemand van de universiteit van Leiden na afloop van de lezing. Waalring: 'Ouders zijn natuurlijk als eerste verantwoordelijk voor de opvoeding van hun kinderen, die mogen ze niet van zich afschuiven. En als ze het niet aan kunnen, hebben ze opvoedingsondersteuning nodig. In de achterstandbuurt waar ik mijn promotieonderzoek heb gedaan, hebben ouders daar ook om gevraagd.' Waalring vertelde dat ook Surinamers in de diaspora via NGO's 'komen helpen met opvoeden'. Ze organiseren naschoolse opvang, geven lezingen. Maar niet alle Surinamers zijn blij met de manier waarop Surinamers in de diaspora hun kinderen opvoeden. Samira Bouchibti: 'In Marokko zeggen ze: Marokkanen in Nederland worden niet opgevoed.'
Waalring: 'Assertieve kinderen noemen ze in Suriname vrijpostig. Maar die manier van opvoeden werpt wel vruchten af, kinderen worden zelfstandiger, wachten niet meer af tot iemand iets voor hen voordoet, ze durven antwoord te geven op vragen.'

Dr. Assia Akesbi Msefer: Marokko: Weerstand tegen anders zijn

Onderzoeksprofessor en klinisch psycholoog Assia Akesbi Msefer schetste in haar lezing een somber van de situatie in Marokko. Alle betrokkenen: ouders, leerkrachten, overheid, jongeren hebben moeite hun draai te vinden in het Marokko van nu. Een belangrijke oorzaak van de problemen is volgens Msefer het onvermogen van de samenleving om te gaan met het gegeven dat ieder mens een individu is. Msefer: 'In Marokko kan een kind geen individu zijn. Het anders zijn van ieder mens wordt niet erkend.' Uit haar lezing: 'Iedereen beschouwt zich als slachtoffer van de ander. De problemen in de verhoudingen tussen individuen, het omgaan met grenzen, met het anders-zijn van de ander, en het gebrek aan respect voor verschillen zorgen voor een soort van regressie: een terugkeer naar de archaïsche verhoudingen, naar de infantiele en impulsieve stadia van paranoia en samensmelting.'
'Het optreden van de ouders is zelden afgestemd op de noden van de jongeren: sommige kinderen lijden onder de afwezigheid van de ouders die te veel met hun werk bezig zijn en anderen onder een overdreven controle die hen infantiliseert en die de kans op een ontwikkeling tot een verantwoordelijk mens vermindert.'
Thuis en op school worden kinderen nog veelvuldig geslagen en bedreigd. Het aantal vroegtijdige schoolverlaters is heel groot, steeds meer jongeren raken verslaafd. De werkeloosheid is hoog. Jongeren zeggen dat het hen aan grenzen en verantwoordelijkheden ontbreekt en dat ze zelfs op latere leeftijd geïnfantiliseerd en geslagen worden. 'Veel adolescenten vluchten in godsdienstige praktijken en kiezen obsessioneel voor voortzetting van de bestaande verhoudingen, omdat de keuze voor zelfstandigheid en vrijheid meer gevaren met zich meebrengt.'

Prof.dr. Mariëtte de Haan: Derde weg?

Hoe kun je nu als migrantenouder je kinderen het beste opvoeden? Moet je kiezen voor de Nederlandse opvoeding, kun je je kind opvoeden zoals in het land van herkomst gebruikelijk was, of is er een derde weg? Die vraag stelde Mariëtte de Haan zich aan het eind van de ochtend. Zij bijzonder hoogleraar Interculturele Educatie aan de Universiteit Utrecht. Als een samenleving verandert van een rurale naar een urbane samenleving, verandert ook de opvoeding, dat heeft wetenschappelijk onderzoek uitgewezen. In een rurale samenleving is doorgaans sprake van een traditionele opvoeding, de verhoudingen zijn hiërarchisch, binnen het gezin zijn vaste rolpatronen, er is geen aandacht voor de ontwikkeling van het kind als kind, kinderen doen mee in het productieproces. In een moderne opvoeding zijn de omgangsvormen democratisch, het beroep van het kind is niet meer vanzelfsprekend het beroep van de ouders. Ouders begeleiden hun kinderen in het maken van eigen keuzes. De vraag is nu past bij een urbane, moderne samenleving alleen deze laatste, westerse manier van opvoeden? 'Nee', zei De Haan, 'er blijkt een derde weg te bestaan, veel migranten kiezen daarvoor. In Nederland zijn verschillende opvoedingspraktijken bij elkaar gekomen en daardoor is een nieuwe, hybride praktijk ontstaan, er heeft zich de laatste jaren nieuw opvoedkapitaal gevormd. De verhoudingen binnen migrantengezinnen zijn opener, de opvoeding is meer kindgericht, de omgangsvormen zijn minder hiërarchisch, maar godsdienst speelt een belangrijke rol in migrantengezinnen, de opvoedingspraktijk heeft een religieuze basis.'
Als je als professional wilt begrijpen hoe migranten hun kinderen opvoeden, moet je, aldus De Haan, naar deze zogeheten contactzones kijken. Het heeft niet zoveel zin uitsluitend de opvoedingspraktijken in Nederland of in de landen van herkomst te bestuderen. Migrantenouders op hun beurt zouden hun opvoedkapitaal moeten herkennen en beschrijven. Ze hebben in ieder geval alle reden om er zelfverzekerd mee om te gaan.

Klik hier voor de presentatie

Werkgroepen

's Middags kregen de aanwezigen de gelegenheid samen verder te praten over de ontwikkelingen in het denken over opvoeden in de landen van herkomst en onder migranten in Nederland. Belangrijke leidraad in deze gesprekken was: hoe nu verder?

Surinaamse ontwikkelingen: Waar zijn de mannen?

Het gesprek over de ontwikkelingen in de Surinaamse opvoeding ging over het belang van sociale controle, over de rol van mannen en vaders en van vrouwen en moeders en over opvoeding als gereedschapskist of kledingkast.
Mildred Uda-Lede vertelde dat in de tijd dat zij nog in Suriname woonde - 'voor de revolutie'- kinderen door de hele buurt werden opvoed. 'Als mijn moeder aan het werk was, hield de buurvrouw mij in de gaten.' Met het onafhankelijk worden van Suriname kwamen veel jonge mensen naar Nederland waar een dergelijk sociaal vangnet ontbrak. Mildred: 'En niet iedereen is sterk genoeg om zonder controle zichzelf in de hand te houden. Daarom hebben met name in de eerste jaren veel Surinamers het in Nederland moeilijk gehad.'
In Nederland hebben Surinamers inmiddels een nieuw sociaal vangnet gevonden in de vorm van crèches, naschoolse opvang, scholen en kerken. In Suriname speelt nu het probleem dat de buurt als mede opvoeder verdwijnt. Kinderen kunnen nergens meer terecht, de volwassenen zijn allemaal aan het werk.

Tienermoeders

Een tijdje is gesproken over het verschijnsel tienermoeder. Veel vrouwen/meisjes krijgen al op zeer jonge leeftijd een kind. In Nederland is het zelfs een lifestyle: tienermoeder zijn, met een Stokke kinderwagen gaan shoppen met je vriendin, die ook vol trots met een Stokke kinderwagen loopt. 'Tienermoeders in Nederland willen een kind, maar geen man.'
In Suriname is voorlichting nodig, meisjes die op jonge leeftijd een kind, krijgen, zijn hun toekomst kwijt. Het is niet als in Nederland, waar meteen een heel arsenaal van hulpverleners klaar staat om de meisjes op te vangen.
In veel Surinaamse gezinnen ontbreekt de man, de vader. Dat werd als een groot probleem gezien. Mannen moeten veel meer hun verantwoordelijkheid als vader nemen, en in hun rol als vader zouden ze ondersteuning moeten krijgen. Richard: 'Veel mannen die in Nederland vader zijn geworden, willen niet slaan, willen niet autoritair zijn, ze willen een goede opvoeder zijn, maar ze weten niet hoe. Ze hebben geen voorbeeld.'

Evrouwcipatie

Eigenlijk, zei de heer Uda, is het tijd voor de evrouwcipatie van de man. Ook maatschappelijk gezien gaat het niet zo goed met de Surinaamse man. 'En wij vrouwen', zei Mildred, 'moeten naar onszelf kijken. Wij denken altijd meteen: mannen deugen niet. Wij hebben nog steeds niet door dat er mannen zijn die het heel goed doen. Wij moeten leren mannen te respecteren.'
Tenslotte sprak het gezelschap over opvoeden volgens de derde weg. De aanwezigen leken opgelucht: het kan en het mag, we hoeven niet per se onze kinderen op te voeden op de Nederlandse manier, we kunnen onze eigen inzichten volgen. Ook de wetenschap ziet nu die mogelijkheid. Opvoeden werd vergeleken met een kledingkast en een gereedschapskist. Richard: 'We hebben allemaal onze gereedschapskist meegenomen, maar hier blijkt dat we sommige gereedschappen helemaal niet gebruiken of nodig hebben, en dat we soms iets nieuws moeten aanschaffen.'
Eén belangrijke vraag mogen we als opvoeder nooit vergeten te stellen, zei Richard ter afsluiting. 'We voeden onze kinderen op tot goed burger, voor een goede baan, tot een goede gelovige. Maar vragen we weleens: wat wil je zelf? Hoe word jij gelukkig?'

Marokkaanse ontwikkelingen: vrijheid versus controle

In de werkgroep over ontwikkelingen in de Marokkaanse opvoeding ging het er af en toe heftig aan toe. Met name toen het gesprek over homoseksualiteit en opvoeden volgens de koran ging.

Wetenschapper Assia Akesbi Msefer vertelde hoe zij zelf was opgevoed. Haar ouders maakten geen onderscheid tussen haar en haar broers. Het enige verschil was dat zij wel huishoudelijke taken moest doen en haar broers niet. Vrijheid was een belangrijk begrip voor haar ouders. Haar vader sloeg haar niet. Ze mocht zelf weten of ze al dan niet een religieus leven leidde, of ze bad of niet. Terwijl haar ouders zelf wel religieus waren en dagelijks hun gebeden uitspraken. Het verhaal van Msefer ontlokte uitingen van verbazing bij alle andere Marokkaanse deelnemers aan tafel. 'Dat dat kan!' verwoordde een deelnemer hun gevoel.
 

School en ouders

Hoe betrekken we de ouders bij school? Dit is nog een groot probleem voor scholen, ook al neemt de betrokkenheid van ouders bij de school wel toe. De eerste generatie ouders in Nederland vluchtte voor contact met school, vanwege taalproblemen. De kinderen van die eerste generatie werden daarvan het slachtoffer. Maar de nieuwe generatie Marokkaanse ouders in Nederland is wel betrokken. Marokkaanse ouders vinden het heel belangrijk dat hun kind het goed doet op school. Als kinderen niet voldoen aan de verwachtingen van hun ouders, levert dat vaak problemen op, zowel in Nederland als in Marokko. Driss merkte op dat de ouders altijd verwachtingen hebben die niet uitkomen. Ze moeten daarmee leren omgaan.

Zelfstandig of niet

Een groot verschil tussen de opvoeding in Nederland en in Marokko is dat in Nederland de zelfstandigheid van kinderen wordt aangemoedigd terwijl zelfstandigheid in Marokko juist wordt ontmoedigd. Er is altijd discussie over de vraag of in de opvoeding de nadruk moet liggen op vrijheid en begeleiding of op controle. Msefer pleit voor meer ruime voor eigen keuze en minder controle.
Hoe om te gaan met homoseksualiteit is een belangrijke kwestie in de Marokkaanse samenleving. Msefer, die ook een therapeutische praktijk heeft, vertelde over een moeder die haar hulp zocht om te leren accepteren dat haar zoon homo is. Een jonge homo vroeg haar hoe hij ervoor kon zorgen dat hij geaccepteerd werd door zijn familie en niet van hen zou wegdrijven. In de groep werd opgemerkt dat Marokkaanse ouders (zowel in Nederland als in Marokko) niet willen praten over homoseksualiteit. Ook over drugsgebruik wordt niet gesproken. Ouders nemen niet genoeg verantwoordelijkheid en hebben sterk de neiging de schuld bij anderen of ergens anders neer te leggen. Msefer: 'We moeten ons realiseren dat we burgers van de wereld zijn, we moeten bereid zijn van elkaar te leren.'
 

Opvoeden is een kunst

Op zoek naar de derde weg vroeg de groep zich af wat de succesfactoren voor een Marokkaans gezin in Nederland zijn. 'We moeten niet terugkijken', zei Msefer. 'We moeten kijken naar wat wel en wat niet lukt. Want een recept voor de derde weg is er (nog) niet.'
Een Marokkaanse vader suggereerde dat de derde weg wellicht kan bestaan uit een Nederlandse opvoeding, maar dan wel met de Koran. 'Als we dat doen', reageerde Msefer, 'sluiten we alle deuren naar het praten over opvoeding. Als we van te voren al een oplossing hebben, dan weet je van te voren waar de discussie eindigt.' Dezelfde Marokkaanse vader: 'De Koran geeft alle oplossingen.'
Voed je kind op in zijn eigen tijd, niet in de tijd waarin jij bent opgevoed, voerde een Marokkaanse deelnemer aan. Aanwezige hulpverleners maakten duidelijk dat als je echt iets wilt betekenen in Marokkaanse gezinnen in Nederland je met de ouders, met het gezin, in gesprek moet. 'Opvoeden is inderdaad een gesprek.'
Driss: 'Opvoeden is bewustwording, bewust bezig zijn. Het is een dynamisch proces, voortdurend in ontwikkeling. Opvoeden is een gesprek. Maar opvoeden is ook een kunst; we zijn allemaal voortdurend aan het tekenen.'
 

Turkse ontwikkelingen: alle kaarten op vrouwen

Bij de Turkse groep stond iedereen eerst even stil bij de vraag wat zij als een van de belangrijkste kernwaarden van opvoeding zagen. 'Een sterk ik', zei een Turkse vrouw, 'Die waarde heb ik van mijn vader meegekregen.' 'Ik vind het belangrijk dat een kind zijn eigen keuzes kan maken', zei een Nederlandse vrouw. Hoe ze aan die waarde kwam, wist ze niet. Ze had hem in ieder geval niet van haar ouders meegekregen.
In Turkije zet iedereen zijn kaarten op meisjes en vrouwen. Deze stelling gaf veel beroering onder de gesprekspartners. Klopte dat beeld wel? De positie van Turkse vrouwen is helemaal nog niet zo goed, de sociale controle, bijvoorbeeld, is nog erg groot. Elke dag worden meisjes en vrouwen vermoord in de staten. Toch zijn Turkse vrouwen met een enorme inhaalslag bezig, zeiden de verschillende onderzoekers. Ze doen het goed, in Turkije en in Nederland, maar dat heeft tot gevolg dat iedereen wat van ze wil. Moeders willen graag dat hun dochters opgroeien tot zelfstandige vrouwen. Sommigen leggen de nadruk op economische zelfstandigheid, anderen willen vooral dat Turkse vrouwen als toekomstige opvoeders een degelijke religieuze opleiding krijgen. Dat betekent dat ook de religieuze ouders hun dochters naar de universiteit sturen. Niet iedereen in de groep vond dat een goede ontwikkeling. Emancipatie heeft toch ook te maken met gelijke rechten? Anderen zeiden dat het feit dat meisjes actievoeren om met een hoofddoek naar de universiteit te mogen, hoe dan ook een emancipatoir effect heeft.

Flexibele rollen

Maar als alle aandacht naar de meisjes uitgaat, worden de jongens dan niet vergeten? Die hebben wel moeite met de veranderende rollen. In opvoeden volgens de derde weg zou dat ook veel aandacht moeten krijgen: kinderen leren flexibel om te gaan met de rollen die ze in hun leven spelen, stelde Ibrahim Yerden. De derde weg als alternatief voor de Nederlandse en de Turkse opvoeding werd door de gesprekspartners herkend en omarmd. Jonge Turkse ouders praten veel meer met elkaar en anderen over opvoeden dan hun ouders. Volgens twee ouderconsulenten uit Rotterdam is er in twaalf jaar tijd heel veel veranderd in de wijze waarop Nederlandse Turken hun kinderen opvoeden. Twee Leidse onderzoekers beaamden dit. Kinderen krijgen nu veel meer aandacht en liefde, ouders leggen ook meer uit.
Tenslotte drukten de Nederlandse wetenschappers Müge Şen op het hart er vooral voor te zorgen dat in het Turkse debat over opvoeding ook mannen een rol spelen. 'Pedagogiek is in Nederland het domein geworden van vrouwen. Slechts drie procent van de studenten pedagogie is man. Waak daarvoor!' Müge Şen moest lachen om de waarschuwing. 'Gelukkig wordt opvoeden bij ons ook door mannen steeds belangrijker gevonden. Op de universiteit, afdeling pedagogiek, is de verhouding man-vrouw nu: 20-80.'

Zelfvertrouwen noodzakelijk

'Surinaamse, Marokkaanse en Turkse vrouwen doen het goed', concludeerde Samira Bouchibti aan het eind van de werkgroepbijeenkomsten. 'Klopt dat beeld met jouw ervaringen', vroeg ze aan een jonge Turkse vrouw, die uit Vlaanderen bleek te komen. 'Het verschil met mannen is zo groot, dat Turkse Belgische vrouwen op zoek gaan naar een man in Turkije. Die nemen ze mee naar België of Nederland, en hier loopt de relatie stuk op culturele verschillen. Ik denk dat we als vrouwen goed moeten stilstaan bij hoe we onze jongens opvoeden.'
'Uiteindelijk', zei iemand in de zaal, 'zullen we allemaal er zelf voor moeten zorgen dat we doen voor ons kind wat goed is. We moeten ons zelfvertrouwen niet verliezen. Want als er problemen zijn, gaan ze ons echt niet helpen.'
'Opvoeden heeft universele waarden, maar is ook per land verschillend. Het belangrijkste is dat we met elkaar blijven praten. Opvoeden is een gesprek.'

Dr. Francio Guadeloupe: Charitas

Tenslotte sloot antropoloog Francio Guadeloupe de werkconferentie af met een prikkelende beeldpresentatie, waarbij hij een aantal essentiële vragen stelde. Als opvoeden een gesprek is, tussen wie dan? Zijn alle gesprekspartners gelijkwaardig? Hoe verhouden we ons tot de onzekere toekomst? Hoe gaan we om met verschillen, met de multiculturele samenleving? Guadeloupe: 'Ik denk dat er nog een vierde weg is. Die van de transculturele optiek. Wij zijn de verkenners, de bevorderaars van menswaardigheid. Wij nemen de weg van de zorg, charitas. Ouders zorgen voor kinderen, kinderen zorgen voor elkaar en hun ouders. Met zijn allen zorgen we voor de aarde.

Mar Oomen, journalist/schrijver