27 mei 2014

Auteur: 
Tessa Dikker

 

Thema’s benoemen

Mannen in uniform
Het regent. Het is de eerste keer dat ik totaal verregend het Karel Appelhuis binnenstap en dat terwijl ik in mijn vorige blog nog zo enthausiast schreef over mijn verlangen naar de lange zomeravonden die zouden volgen. Het bezoek van Jack Druppers, de vrolijke wijkagent van de Don Boscobuurt zorgt echter voor warmte en vreugde. Terwij Jack met zijn donkerblauwe uniform het Karel Appelhuis betreedt denk ik: het blijft imponerend.

Lampjes aan mijn rugzak
Jack is vandaag op bezoek om kennis te maken met de Wijkacademie Opvoeden. We hangen aan zijn lippen terwijl hij vertelt over zijn ervaringen bij de politie en over hoe hij er mede verantwoordelijk voor is dat de meeste Amsterdammers heden ten dage  met lichtjes op de fiets rondrijden. Alle aanwezigen kunnen zich de grootschalige controles in 2000 op het Heinekenplein nog heugen. Een van de moeders is zelfs nog steeds verontwaardigd: “Nou, en ik had gewoon mijn lampjes aan mijn rugzak hangen, maar dat was niet goed volgens meneer de agent”.

De Politiekids van Jack
Jack verhaalt over zijn huidige werk als wijkagent en over zijn buurtproject ‘politiekids’ Bij politiekids worden jonge kinderen betrokken bij politiewerk en zodat de politie de kinderen en hun ouders in de buurt op een positieve manier leren kennen om zodoende een goede en duurzame relatie met hen op te bouwen.  We luisteren met belangstelling naar de uiteenzetting van de verschillende acties die hij met zijn politiekids onderneemt en ook naar de anekdote waarin een van deze acties een jongen die de week ervoor nog in de cel had gezeten, wellicht op het juiste pad bracht.  

Leren van de dierenwereld
We blikken gezamenlijk terug op de inspiratieochtend van afgelopen week. De reacties zijn enthousiast: “Ik heb veel geleerd”, zegt een van de moeders en een andere moeder geeft aan dat ze het zo leuk vond om ook de ouders van de andere Wijkacademie te ontmoeten. Ik ben verblijd dat ik op mijn beurt ook veel positieve reacties van partners en andere bezoekers aan de inspiratieochtend kan terugkoppelen. “En jouw verhaal over de vraag wat we kunnen leren over opvoeden als we naar de dierenwereld kijken heeft ook iedereen zo geplezierd” deel ik de auteur ervan mede. Hij bloost.

         

“Wat mooi, heb ik dat gezegd?”
De vorige bijeenkomst hebben we belangrijke thema’s die in de buurt spelen benoemd en deze keer kiezen we de belangrijkste. Daarnaast kijken we naar manieren om deze thema’s te vertalen naar activiteiten zodat ze breder in de buurt bespreekbaar kunnen worden. We hebben het nogmaals over het belang van historisch besef en ik wend mij tot een van de opvoeders terwijl ik zijn argumentatie over het belang hiervan reproduceer: Als je weet waar je wortels liggen dan kan je groeien. “Wat mooi. Heb ik dat gezegd?” antwoordt hij bescheiden.  We gaan de verschillende thema’s na en ik noteer alles op een groot vel papier.

Ik stel u voor uw dochter, ik stel u voor uw zoon
Ouderbetrokkenheid lijkt een prangend thema. “Ja, maar dan echte betrokkenheid!” zegt een van de opvoeders en we constateren dat ‘men’ bij ouderbetrokkenheid vaak aan het onderwijs en aan deelname aan 10 minuten gesprekken denkt. Ouderbetrokkenheid is volgens ons echter ook van toepassing op zaken als het bijwonen van de dansvoorstelling van je kind, het betrokken zijn bij de leefwereld van je kind...door bijvoorbeeld de namen van zijn of haar lievelingsknuffels te kennen. Daarnaast stellen we vast dat er verschillende soorten betrokkenheid bestaan: actieve vs. passieve. “Je hebt ook ouders die dan wel meegaan naar de speeltuin maar verderop op een bankje gaan zitten, wat met een telefoon gaan zitten prutsen en verwachten dat iemand anders wel op hun kinderen let”. Misschien is het leuk om te inventariseren in de buurt wat kinderen willen dat hun ouders van hen weten. “Ik stel u voor uw dochter, ik stel u voor uw zoon” zou dat project dan heten. 

Voeden om te kunnen kiezen
Wat we verder van belang vinden in de buurt is dat kinderen blijvend gevoed worden met kennis omdat we ervan overtuigd zijn dat wanneer je voldoende kennis bezit, het makkelijker is om keuzes te maken. Daardoor sta je krachtiger in het leven.

Het belang van historisch besef van de buurt wordt opnieuw besproken en we smeden al voorzichtig plannen om ‘iets’ rondom dit thema te doen. Ik schrijf wild mee met alle ideeën die er over tafel vliegen: “Een speurtocht langs historische plekken in Oost”, een boekje met interviews waarin kinderen ouderen interviewen”. “Ja!”, “en daar weer een toneelstuk van maken!” wordt er gereageerd. We converseren verder ook over het idee om ouders hun sprankelmomenten te laten

 “Maar er is wel al heel veel wat wordt aangeboden” klinkt er. “We moeten niet het wiel opnieuw uitvinden”. Ik denk stilletjes na over hoe rampzalig het daadwerkelijk is wanneer een nieuwe groep kinderen betrokken raakt bij een idee dat al eerder is verzonnen en wordt verblijd door het ‘vernieuwende voornemen’ van onze vogelaar. Hij wil vanuit de wijkacademie excursies ontwikkelen waarin ouders en kinderen meegenomen worden door het Flevopark. “Kinderen raken zo vervreemd van de natuur” zegt hij, en op deze wijze kunnen zowel ouders als kinderen leren over de verschillende vogels aldaar en ook over de manieren waarop de verschillende vogels hun jongen opvoeden, “om op een subtiele manier met verschillende opvoedstijlen in aanraking te komen en wellicht reflectie op de eigen stijl teweeg te brengen”. De wijkagent luistert en doet ook aandachtig mee.

                   

Ook de andere thema’s die we al regelmatig besproken hebben passeren de revue. Veel van de thema’s hebben uiteindelijk te maken met tweedeling in de buurt, met communicatie en met verbinding. En met tijd nemen en hebben voor opvoeden.

Tijd voor opvoeden
Onder de noemer ‘Tijd voor opvoeden” kunnen we het eerste halfjaar verschillende activiteiten verzinnen. Hieronder valt namelijk historisch besef, actieve ouderbetrokkenheid, opvoeden 2.0 (hoe voed je op in een digitaal tijdperk?) en het bij elkaar brengen van verschillende generaties door bijvoorbeeld een glossy met straattaal voor ouders samen met jongeren te maken.

We besluiten dat we om te beginnen in ieder geval voor de zomer nog naar buiten te treden als wijkacademie Opvoeden Amsterdam Oost. En wel met een foto tentoonstelling waarbij we onszelf door elkaar laten portretteren tezamen met  een voorwerp dat symbool staat voor de manier waarop wij zijn opgevoed. Om krachtig naar buiten te treden met z’n allen, maar ook om met de bezoeker van de tentoonstelling het gesprek over opvoeden aan te gaan.

Tante Toos
Ook zijn we Tante Toos nog niet vergeten. We sparren over een theaterstuk waarin Tante Toos en Oom Mohammed meekijken naar het gedrag dat kinderen vertonen in de wijk. Want wie is de Tante Toos van deze tijd? En wie is Oom Mohammed? Whatsappt Tante Toos of gebruikt ze stoepkrijt om te communiceren?

We zijn allang begonnen maar nu begint het echt
We sluiten de avond af door in een kring te staan. We werpen een mandarijntje naar iemand die de vraag: ‘Wat neem je mee’ moet beantwoorden. Uit alles blijkt enthousiasme, inspiratie en zin. Ik denk ook na over wat ik moet aandoen op de foto de volgende keer. We zijn heel duidelijk in een nieuwe fase terecht gekomen nu. Mijn vorige blog eindigde ik met de boodschap dat we nu echt aan de slag gaan. Daar wil ik nu graag de volgende zin aan toevoegen: We zijn allang begonnen maar nu begint het echt.