12 mei 2015

Auteur: 
Tessa Dikker
 

 
Reuring! 
Na anderhalf jaar samen te zijn gekomen in het Karel Appelhuis wordt door de ouders van de Wijkacademie Opvoeden de Pedagogische Civil Society nu vorm gegeven vanuit de Muiderkerk. Gebrek aan ruimte was de voornaamste reden van de verhuizing. De keuze valt onder andere op de kerk omdat er haast elke avond wel een event plaatsvindt aldaar. Heel aantrekkelijk dat er meer mensen in huis zijn tijdens onze bijeenkomsten. Reuring!
 
Wijsheidsleraar
Ik raak dan ook enthousiast als ik de keuken binnenloop en een aantal nieuwe gezichten zie. "Wat gaan jullie allemaal doen vanavond?!”, vraag ik opgetogen. Een vrouw kijkt even op van haar bordje, tuurt me glazig aan en vervolgt haar luidruchtig kauwen. “Ze heeft net een hele heftige spirituele sessie achter de rug" fluistert de grote man naast haar me toe. Ik knik begrijpelijk en verlaat stilletjes weer de keuken. Wanneer ik op mijn mobieltje kijk zie ik een sms-je van Flip, mijn contact bij de kerk. "Graag stilte buiten de zaal vanavond want in de kerkzaal resideert een wijsheidsleraar". Ik glimlach en bereid me erop voor de ouders te vragen niet zo hard te lachen vanavond.
 
 
Een academicus aan het woord
Het Wijkacademie Opvoeden project wordt op lokaal niveau uitgevoerd in Amsterdam Oost, in de Schilderswijk in Den Haag en in de Schalkwijk te Haarlem (binnenkort ook in Leiden, Rotterdam en zelfs in Suriname!). Naast deze lokale uitvoering heeft het project echter ook landelijke componenten: er is een cursus voor professionals, die zich willen bekwamen in het begeleiden van een Wijkacademie, ontwikkeld en er is een landelijke promotiegroep geformeerd met vertegenwoordigers van onder andere (migranten) ouders, landelijke kenniscentra en ministeries. Ook is er een netwerk van academici opgericht welke eens in de drie maanden bij elkaar komt om op de hoogte te blijven van de ontwikkelingen binnen de Wijkacademies en onderling theoretische inzichten uitwisselt. Deze academici zijn tevens in te schakelen door ouders voor verdiepingsbijeenkomsten. De kerngroep van ouders van de Wijkacademie Opvoeden Haarlem heeft hier al gretig gebruik van gemaakt. De ouders uit Amsterdam hebben vanavond voor de eerste keer een academicus uitgenodigd: Roel van Goor. Als ik Roel namens de kerngroep uitnodig reageert hij razend enthousiast. Dit was nou precies waarom hij deelneemt aan het netwerk. 
 
   
 
De ouders druppelen binnen en ik vertel hen over de ‘wijsheidsleraar’ in de kerkzaal vanavond. Gekscherend wordt opgemerkt dat die er toch altijd is. De ouders stellen zich voor aan Roel en alvorens hij het gesprek met de kerngroep licht iedereen de stand van zaken rondom de eigen projecten toe: twee moeders vertellen enthousiast over de interviews die ze hielden voor het Glossy met ondernemers in de Javastraat, “iedereen heeft zulke interessante verhalen!” vertellen ze. Drie andere moeders merken dit tijdens hun interviews voor het Opvoeden op de Markt project ook. Een aantal hoogtepunten worden toegelicht. De posters zijn inmiddels geprint voor de Opvoedspeurtocht in het Flevopark en de vader cursus zal in September van start gaan. Voor de conferentie over ‘Opvoeden in Spannende Tijden’ op 5 juni gaan een aantal ouders als host aan de slag en er gaan mooie postkaarten gedrukt worden van de werken die de senioren van het verzorgingshuis de Gooyer gemaakt hebben voor het project ‘Soo de ouden songen piepen de jongen’. Stagiaire Moezdalifa warmt ons op met een energizer over ouderbetrokkenheid en dan is het woord aan Roel. 
 
Townships in Zuid Afrika
Roel introduceert zichzelf en vertelt dat hij na zijn afstuderen als gymleraar in de townships van Kaapstad heeft gewerkt. Daarna heeft hij jaar in Amsterdam Zuid-Oost gym gegeven en is uiteindelijk pedagogiek gaan studeren om vervolgens te promoveren op het vakgebied van de wijsgerige pedagogiek. Momenteel is hij werkzaam voor InHolland.  Roel vertelt dat hij vanavond nadrukkelijk niet op een conventionele manier wil invullen, “waarbij ik dan een praatje houd om nog drie minuten over te houden waarin jullie een vraag kunnen stellen”. 
 
“Nee. Ik wil eigenlijk eerst van jullie horen! Ik wil weten wat jullie ervaringen zijn met ouderbetrokkenheid, welke rol de Wijkacademie kan spelen op het gebied van ouderbetrokkenheid in de buurt en wat jullie van een pedagoog zouden willen weten”. 
 
De ouders komen met een mix van verhalen en meningen. Ouderbetrokkenheid wordt door de kerngroep heel breed geïnterpreteerd. Het gaat over opvoeden in de openbare ruimte bijvoorbeeld. Volgens een moeder schort het in Oost aan een pedagogisch klimaat: ouders zouden zich alleen met hun eigen kinderen bezig houden, niet met die van anderen, ook niet als het duidelijk mis gaat. “Ik denk dat veel ouders dat best zouden willen, maar het gewoon niet durven”. Klinkt er. Ouderbetrokkenheid gaat ook over ‘educatief partnerschap’ en over de 10 minuten avonden op school. Het gaat over hoe je je als ouder verhoudt ten opzichte van professionals. 
 
Een gesprek rondom over-diagnostisering van ADHD barst los om vervolgens te eindigen in een uitwisseling van ervaringen die de ouders hebben met ‘je onmachtig voelen ten opzichte van de instituties’. Hieruit wordt het contrast tussen de onmacht van ouders en het institutioneel diagnostisch denken van de professionals duidelijk en ook hoe problematisch dit is voor samenwerking. “Er moet een vakbond voor ouders komen” roept een moeder. 
 
 
 
De rol van het kind bij ouderbetrokkenheid
Een vader merkt vervolgens op dat het bij ouderbetrokkenheid altijd gaat over ouders, professionals en docenten: “wat is de rol van het kind eigenlijk? En wil die wel altijd dat hun ouders betrokken zijn of worden”. We vragen dit aan de zoon van een van de moeders die voor de gelegenheid is aangeschoven vandaag. “Nou, ik wil eigenlijk helemaal niet dat mijn moeder alles weet”. Ook jongeren hebben behoefte aan privacy. 
Roel vertelt dat ouderbetrokkenheid bijna altijd een negatieve connotatie heeft: de term wordt gebruikt wanneer het aan betrokkenheid ontbreekt. En de polarisatie tussen twee groepen wordt in stand gehouden door dergelijke begrippen. Daarom is het begrip ouderparticipatie in het leven geroepen, of educatief partnerschap. Via partnerschap wordt meer gezocht naar gedeelde doelstellingen van ouders en instituties. 
 
Professionele blindheid
Expert Michel van de Broek spreekt over diversiteit en spoort instituties aan om ouders als gelijken te zien te vragen wat zij belangrijk vinden. Hiermee wordt wat Roel “professionele blindheid” noemt, ondervangen. Roel benadrukt het belang van vertrouwen in de samenwerking tussen ouders en professionals. Je moet er als ouder op kunnen vertrouwen dat iedereen het beste voor heeft met jouw kind. “En ouders lijken een ander pas te vertrouwen wanneer ze het gevoel hebben dat ze zelf serieus genomen worden. En gezien”. Op een ouderavond zou dan bijvoorbeeld gevraagd kunnen worden of de ouders wat over hun kinderen kunnen vertellen en wat ze zouden willen weten van de docenten over hun kinderen. Vervolgens kunnen de docenten antwoord geven en hun perspectief delen. Zo ontstaat er een completer beeld van het kind en de wisselwerking tussen ouder en instituut is goed voor de ontwikkeling van het kind. 
Deze methodiek zal in ieder geval voorkomen dat per ongeluk het verkeerde kind besproken wordt tijdens een 10 minuten gesprek, zoals een van de moeders is overkomen, “en ik dacht al…mijn zoon is helemaal niet agressief!”. De uitwisseling op deze manier laten plaatsvinden is een mooi scenario maar het vergt ook assertiviteit van de ouders, merkt een van de moeders op. “Het is niet gemakkelijk om dwars tegen de heersende normen in te gaan en erop te staan bijvoorbeeld dat je op een andere manier met de docenten wilt omgaan”. 
 
 
 
Als we willen dat dingen veranderen moeten de denkwijzen en gedragingen van ouders, docenten, professionals, instituten en de samenleving veranderen. Positief en vanuit het kind. Dit geldt ook voor ouders onderling. Het kan nuttig zijn om van ouder tot ouder te spreken over gedrag in de klas, maar ook over thuis situaties en over de docent. Mensen moeten elkaar meer leren vertrouwen. 
 
Maar mijn kinderen zijn geweldig
Roel vraagt of iemand wel eens te maken heeft gehad met echt slechte intenties van een professional. Een van de moeders vertelt dat een docent tegen haar zei dat haar kind dyslectisch is en dat dit waarschijnlijk komt doordat het allochtone ouders heeft. Men reageert verontwaardigd en een enkeling zegt: “Dat is geen slechte intentie, dat is gewoon onbekwaam”. Er wordt nog even door gediscussieerd over de docent en het is opvallend: waar de docent aan het begin van de avond nog behoorlijk bekritiseerd wordt en beschuldigd van systeemdenken, nemen een aantal ouders het langzaam maar zeker voor de docent op. Ze wijzen op de toegenomen werkdruk, de grote klassen, de brutale kinderen en hijgerige ouders die in hun kinderen supersterren zien en de realiteit soms niet willen waar hebben. 
 
 
 
Luizen van scholiertjes
Er wordt naar een einde toegewerkt en Roel vraagt wat iedereen meeneemt van de avond. Wat duidelijk blijkt voor alle ouders is het belang van vertrouwen en het in gesprek blijven met elkaar. Sommige moeders zijn geïnspireerd geraakt om op de eigen scholen vormen van ouder betrokkenheid te organiseren die verder gaan dan het ‘luizen’ van de scholiertjes, maar waarbij ouders toetsen nakijken bijvoorbeeld of een dag de lessen van de juf overnemen.  Ook  vinden de ouders dat er meer georganiseerd moet worden om de ouders onderling nader tot elkaar te brengen. Zelfs de zoon vindt dat: ‘zij kunnen elkaar dan ook helpen. Zeker de ouders die niet goed Nederlands praten”. De Wijkacademie kan hier een belangrijke rol spelen: als aanjager van dit soort ouder projecten bijvoorbeeld. Roel bedankt iedereen en vertelt dat hij deze avond hem heeft doen realiseren dat bij het thema ‘ouderbetrokkenheid’ het kind vaak vergeten wordt: “ik voelde me een beetje betrapt dat ik het kind vergat! Dit ga ik meteen morgen bij mij in de opleiding meenemen”. “Dit hebben we maar mooi bewerkstelligd”, merkt Hanne op en iedereens neusje glimt. 
 
Verkeer, de financiele sector en ouderbetrokkenheid
We ruimen op en hier en daar loopt nog een verdwaasde bezoeker van de wijsheidsleraar rond. Ik kijk terug op een hele geslaagde avond waarbij de uitwisseling tussen de ouders en academicus voor beide partijen heel vruchtbaar is geweest. Het was mooi hoe open de ouders zich opstelden en hoe ze, eerst na het uiten van kritiek op bijvoorbeeld de professional gezamenlijk toewerkten naar begrip en vervolgens naar oplossingen. Wat op mij het meeste indruk maakte is misschien wel dat ook hier weer het je ‘gehoord’ en ‘gezien’ voelen de basis is van vertrouwen en dialoog. En dat iets niet kan functioneert als dit vertrouwen ontbreekt. Dit geldt voor het verkeer, voor de financiële sector maar ook dus voor ouderbetrokkenheid.