Opzet

1e fase Verhalen verzamelen

 
De verhalen van drie generaties migranten over opvoeden en opgevoed worden, worden door een groep buurtbewoners van verschillende achtergronden verzameld. Kapstokken voor de verhalen zijn begrippen als: jeugdherinneringen, levensloop, rol vaders en moeders, rol opa’s en oma’s, godsdienst, toekomstdromen van vroeger en nu.
Verschillende sporen worden gevolgd om de verhalen naar boven te krijgen:
 

1e generatie  
motto: Herinneringen aan het land van herkomst en toekomstdromen van toen en nu
 
centrale vraag: Wie was je als kind en hoe kijk je naar je eigen kinderen? Wat vindt je belangrijk voor de toekomst?
vorm: Video-interviews (o.a. aan de hand van voorwerpen die herinneren aan vroeger)
product: Videofragmenten die verwerkt kunnen worden in multimediale theaterproductie.
organisatie:
 
Een groep van 5 Nederlandse en 5 buurtbewoners met een migrantenachtergrond (variërend in leeftijd) interviewen 20 ouderen met een migrantenachtergrond. De groep van (maximaal) 10 buurtbewoners bereiden de interviews met elkaar voor.
De groep te interviewen personen is gevarieerd samengesteld (land van herkomst, man/vrouw).
De 10 buurtbewoners krijgen een interviewtraining en een videotraining.
De interviews kunnen waar wenselijk in de moedertaal van de oudere migranten gehouden worden. Daarmee ontstaat de mogelijkheid meer spontaan en expressief herinneringen naar boven te halen en je sluit minder mensen uit om deel te nemen.
  3 bijeenkomsten voorbereiding interviews (10 personen – gespreksleider / interviewtrainer)
videotraining – 2 dagdelen
20 interviews
benodigdheden: camera / statief / microfoon / licht / ruimte

 

2e generatie  
motto: Opgroeien en opvoeden in een nieuwe omgeving
 
centrale vraag: Hoe ben je zelf opgevoed en welke betekenis heeft dat bij het opvoeden van je eigen kinderen? Welke keuzes maak jij?
vorm: verhalensessies (waarin de 2e generatie migranten spreekt met Nederlandse buurtgenoten – uitwisseling van ervaringen a.d.h.v. inventariseren van opvoedingsgedachten bij alle deelnemers. Een gezamenlijke betekenisgeving aan verhalen.
product: Gesprekken in de buurt over opvoeding. Ideeën voor verbeelding van de verhalen.
organisatie:
 
3 buurtbijeenkomsten (brainstormen, verhalen vertellen, betekenis geven)
bijeenkomsten met maximaal 25 personen + 2 begeleiders

 

3e generatie  
motto: Wat is opvoeden eigenlijk en wat zijn jouw dromen?
 
centrale vraag: Vertel over je vader, moeder, opa of oma
vorm: op basisscholen in de buurt worden door kinderen verhalen verzameld bij hun ouders en grootouders. De kinderen schrijven een kort verhaal, maken een eenvoudig gedicht (bijvoorbeeld een “elfje”) en een tekening op basis van wat ze aan verhalen hebben verzameld.
product: verhaaltjes, gedichten, tekeningen t.b.v. multimediale theaterproductie
organisatie:
 
in samenwerking met basisscholen:
kinderen praten met hun (groot)ouders over de vraag wat opvoeden is, wat hun dromen van vroeger waren en wat hun eigen dromen zijn.
Instructiedocument geeft de leerkracht handvatten om de verhalen tot eenvoudige kleine producten te maken.
minimaal 2 basisscholen (vanaf groep 3)
1 coördinator voor activiteiten op scholen
verwerking van alle materiaal van de basisscholen

 
 

2e fase Theaterproductie

De verhalen die in fase 1 verzameld zijn dienen als uitgangspunt voor het schrijven van een scenario voor een multimediale theaterproductie voor een breed publiek, waarin gewerkt wordt met beeld, beweging en taal.
 
Doel van de theaterproductie is het onderwerp opvoeding op een vrolijke manier bespreekbaar maken en de verwachte en onverwachte effecten van bepaalde opvoedingsmethodes in beeld te brengen.
 
De theaterproductie wordt gemaakt door een groep van 15 tot 25 mensen uit de interviewgroep, geïnterviewden en andere belangstellenden van drie verschillende generaties en met uiteenlopende achtergronden.

De expressievorm

Er wordt gewerkt met een combinatie van verschillende expressievormen die samen leiden tot een indringend theaterspektakel.

  1. Verhalen vertellen (taal)
  2. Fotografie, video, schilderen en/of tekenen (beeld)
  3. Muziek, dansen, zingen (muziek)
  4. Toneelspelen, pantomime (drama)

 

Programma

  1. Het maken van het scenario op basis van de verhalen en oefeningen met verschillende expressie vormen.
  2. Het maken van de benodigde beeld – en geluidsopnamen
  3. Het oefenen en verfijnen van het scenario in 8 repetitiebijeenkomsten van tweeëneenhalf uur.

Bij de theaterproductie zijn het proces van maken en oefenen en het eindproduct even belangrijk. Effecten die beoogd worden zijn:

  • De deelnemers nieuwe of ongekende kwaliteiten bij zichzelf laten ontdekken.
  • De deelnemers op een andere manier naar hun eigen leven laten kijken.
  • Deelnemers van elkaars verhalen laten leren.
  • Het creëren van nieuwe mogelijkheden voor de deelnemers om zich te uiten.
  • De deelnemers praktisch samenwerken in je eigen buurt laten ontdekken.
  • Ervaren dat samenwerking tussen generaties en buurtbewoners met verschillende achtergrond tot iets bijzonders kan leiden.