• Foto: Maria Heijdendael
    #CCCCFF
    #CCCCFF
    230

Eerste voortgangsbericht, februari 2011

Introductie

Het project “Opvoeden is een gesprek” is na een voorbereidingsperiode van drie maanden gestart in juni 2010. Het project duurt tot juni 2013 en kent zowel landelijke als lokale groepen en programma’s.

Met dit voortgangsbericht willen we als projectteam van de stichting BMP, betrokkenen en geïnteresseerden graag op de hoogte stellen van de ontwikkelingen in het eerste half jaar.  

Opvoeden is een gesprek heeft twee hoofddoelen:

  1. Het daagt ouders van verschillende achtergronden uit om met elkaar het gesprek aan te gaan over de waarden en normen die ze – vaak onbewust – hanteren bij het opvoeden. Daarbij gaat het om vragen als:
  • Welke achterliggende ideaalbeelden en verwachtingen spelen hierin een rol?
  • Hoe verhoudt de eigen opvoeding van de ouders zich tot de tijd en omgeving waarin ze hun kinderen nu opvoeden?
  1. Het ontwikkelt podia voor migranten om hun stem over het onderwerp opvoeden te laten horen en hun visies en idealen voor het voetlicht te brengen.

Om deze doelen te bereiken kent het project verschillende programmalijnen die aanvullend op elkaar zijn. Er is een lokale programmalijn, bestaande uit verschillende experimenten, waarin van onderaf de verhalen en ervaringen van ouders, jongeren, scholen en dergelijke verzameld worden. En er is een landelijke lijn waarin vanuit verschillende perspectieven het vraagstuk van opvoeden vanuit een migrantenperfectief verkend wordt en waarin de verhalen van onderaf en de meer theoretische verkenningen met elkaar in verband worden gebracht.

De opstart

Het afgelopen half jaar zijn heel veel mensen betrokken geraakt bij het project. In de wijken Amsterdam-Geuzenveld/Slotermeer en Rotterdam-Zuidwijk zijn bewoners in het kader van twee wijkexperimenten op allerlei plekken en manieren het gesprek over opvoeden gestart. Op landelijke niveau zijn er drie groepen gevormd, die op grond van verschillende deskundigheid en ervaring meedenken over de inhoud van het project en die een actieve bijdrage leveren om die inhoud een plek te geven in het maatschappelijke en politieke debat over opvoeden. Het gaat daarbij om:

  1. Een initiatiefgroep die optreedt als maatschappelijk drager van het project en die een belangrijke rol vervult bij het integreren van de verschillende perspectieven die in het project verzameld worden;
  2. Een landelijke oudergroep die vooral aan visieontwikkeling doet;
  3. Een klankbordgroep van vertegenwoordigers van professionele instellingen die niet alleen kijkt naar de stand van zaken in het professionele debat over opvoeden, maar ook naar de functie en rol die de instellingen zelf in dit debat vervullen.

In dit voortgangsbericht doen we eerst verslag van de twee wijkexperimenten. Daarna berichten wij kort over de landelijke lijn. In het verslag zijn sommige passages cursief afgedrukt. Deze zijn bedoeld voor de lezer die iets meer van de inhoud van bepaalde discussies wil weten. Het verslag is ook te lezen als deze passages worden overgeslagen.

Wijkexperimenten

In september zijn er in Amsterdam en Rotterdam twee wijkexperimenten Levensverhalen en opvoeding gestart. Doel van deze experimenten is om verhalen over opvoeden van verschillende generaties bewoners te verzamelen, bewoners te activeren om met elkaar over dit onderwerp in gesprek te gaan en om met een aantal betrokken mensen uit de wijk een theatervoorstelling over dit onderwerp te maken.

 

Wijkexperiment Amsterdam

Kerngroep

In Geuzenveld-Slotermeer is een kerngroep van wijkbewoners gevormd die op basis van eigen ervaringen, het onderwerp opvoeden verkent, oudere buurtbewoners interviewt, meedenkt over de plekken waar het gesprek over opvoeden in de wijk plaats kan vinden en deelnemers voor de theatervoorstelling werft. De kerngroep bestaat uit een achttal deelnemers van Turkse, Marokkaanse, Surinaamse, Portugese en Iraanse afkomst, variërend in leeftijd van 17 tot 55 jaar. Het is een dynamische groep, waarin ieder een eigen inbreng heeft. De één zoekt naar mogelijkheden om jongeren te betrekken, de ander kijkt hoe de uitkomsten van het experiment politiek vertaald kunnen worden en een derde richt zich op het maken van portretten van wijkbewoners. De kerngroep werkt nauw samen met de regisseurs en filmmakers van het video- en theatercollectief IJver.

In de eerste fase van het wijkexperiment heeft de kerngroep ervoor gekozen om het gesprek over opvoeden op zoveel mogelijk plekken in de wijk op gang te brengen. In de afgelopen periode is op de volgende plekken in de wijk een of meer keer over opvoeden gesproken:

  • Brede school ’t Koggeschip
  • Multiculturele huiskamer de Brug
  • Buurtrestaurant Van Harte
  • Vrouwencentrum de Hippe Heks
  • Verzamelgebouw Pluspunt (in het gebouw zit een buurthuis, bibliotheek, GG & GD, kinderdagopvang en Steunpunt leefbaarheid en veiligheid)

Tot nu toe hebben zo’n 140 mensen meegedaan aan deze gesprekken.

Hieronder volgen enkele voorbeelden van de manier waarop de gesprekken verlopen:

Moeders en dochters op ’t Koggeschip

Op de Brede School ’t Koggeschip vindt een groepsgesprek met zo’n 25 Turkse, Marokkaanse en een enkele Nederlandse moeders plaats over vragen als:

  • Hoe was de band met je eigen ouders?
  • Hoe karakteriseer je de relatie met je kinderen?
  • Wat vinden jullie belangrijk in de opvoeding en hoe geven jullie dit aan je kinderen mee?

Tijdens de bijeenkomst benoemen de moeders zaken waar zij bij het opvoeden tegenaan lopen, onderwerpen die thuis tot ruzies leiden en de verwachtingen die zij van hun kinderen hebben. Ook geven ze elkaar adviezen.

Door hun eigen gesprekken worden de moeders nieuwsgierig naar de verhalen van hun kinderen: ‘Wat vindt mijn kind nou eigenlijk van mijn manier van opvoeden?’

Een aantal moeders neemt het initiatief om een vervolgavond voor moeders en kinderen te organiseren. Aan deze avond doen zo’n 25 moeders en 20 kinderen mee in de leeftijd van 10 tot 23, meest dochters, maar er zijn ook een paar zonen aanwezig. De moeders hebben voor eten gezorgd.

Dochters

Na afloop van de moeder-dochter bijeenkomst geven de dochters op hun beurt aan dat zij met elkaar en met hun moeders verder wilden praten.

Daarbij gaat het over vragen als:

  • Hoe gaat dat nou tijdens het eten bij mijn vriendinnen thuis?
  • Wat voor band heb jij eigenlijk met je vader?
  • Wat vertel je écht niet aan je moeder?

Met hun moeders willen ze het vooral hebben over de achtergronden en betekenis van bepaalde normen en waarden. Ook willen ze graag weten hoe moeders omgaan met het feit dat ze aan de ene kant willen dat hun kinderen zelfstandig zijn en eigen keuzes maken en aan de andere kant hun dochters heel erg beschermen.

De meiden benadrukken dat zij willen bepalen welke thema’s op de tweede moeder-dochter bijeenkomst aan de orde komen en op welke manier dat gebeurt.

Samen met de theatermakers van IJver bereiden ze nu een creatief programma voor een bijzondere ontmoeting voor. Aangezien het voor de moeders nog een verrassing moet blijven wat hen deze avond te wachten staat, kunnen we pas in het volgende voortgangsbericht vertellen wat de meiden bedacht hebben.…

Buurtrestaurant Van Harte en Vrouwencentrum de Hippe Heks

Het onderwerp opvoeden blijkt heel erg te leven in Geuzenveld-Slotermeer. Overal waar leden van de kerngroep of wij als BMP-team over het project beginnen, vertellen mensen spontaan hoe ze zelf zijn opgevoed, hoe ze tegen de jeugd van nu aankijken, hoe ze door de contacten met mensen uit andere culturen zelf anders zijn gaan denken et cetera. Zo nu en dan schuiven we als BMP team aan bij de maaltijd in buurtrestaurant van Harte of lopen we een vrouwencentrum of buurthuis binnen om ook daar te kijken of er animo is voor een gesprek over opvoeden. In vrouwencentrum De Hippe Heks komt regelmatig een groep Marokkaanse vrouwen bijeen die heel weinig Nederlands spreekt, maar wel degelijk in het onderwerp geïnteresseerd is. Samen met de vrijwilligers van dit centrum hebben we een kort programma bedacht om ook met deze groep wegen te vinden om uiting te geven aan hun gedachten en ervaringen. Dit programma zal de komende weken worden uitgevoerd.

Verzamelgebouw Pluspunt

Begin februari besluit een aantal leden van de kerngroep om samen met het BMP-team naar verzamelgebouw het Pluspunt te gaan, om ook daar het gesprek over opvoeden te beginnen. Het begint met een gesprek in kleine kring, waar naast de vaste kerngroepleden ook enkele nieuwe mensen zich aandienen. Tot zich op eens een docent van een inburgeringcursus meldt die de flyer voor de bijeenkomst heeft gelezen en zich afvraagt of zijn deelnemers ook mee kunnen doen aan het gesprek. 

Aan het eind van de bijeenkomst worden de mensen van BMP en de theatermakers van IJver uitgenodigd om in de verschillende inburgeringsgroepen verder te komen praten over het onderwerp opvoeden. Ook geven de aanwezigen aan dat een aantal van hen graag bij het maken van de theatervoorstelling betrokken wil zijn.

Als er een conclusie is te trekken, dan is wel dat het onderwerp opvoeden uitnodigt om de scheidslijnen tussen groepen te doorbreken en echt met elkaar in gesprek te gaan.

Komende tijd

De komende tijd gaan we in Geuzenveld-Slotermeer door met het activeren van buurtbewoners en het verzamelen van verhalen over opvoeden. Daarnaast gaan we, samen met theater- en videoproductiebedrijf IJver, gericht werken aan de theatervoorstelling. De uitvoering van deze voorstelling, die begin juni plaatsvindt zal een belangrijk moment zijn waarop alle betrokkenen in de wijk bij elkaar komen en met elkaar in gesprek gaan. Op dat moment zal ook de kerngroep haar bevindingen presenteren en aangeven hoe zij denkt dat het gesprek over opvoeden in de wijk verder gevoerd kan worden, zodat migranten hier blijvend aan mee kunnen doen.

 

Wijkexperiment Rotterdam

Het Wijkexperiment in Rotterdam Zuidwijk kent een wat ander traject dan het experiment in Amsterdam Geuzenveld. Dit heeft te maken met het verschil in cultuur tussen beide wijken en met de rol van het Rotterdams Wijktheater. In tegenstelling tot de theatermakers van IJver in Amsterdam, speelt het RWT ook een belangrijke rol in het activeringstraject in de wijk. De eerste indrukken zijn dat er in Zuidwijk wat meer gevoel van saamhorigheid bestaat dan in Geuzenveld. Dit is mede te danken aan de grote inzet van de multiculturele vrouwengroep Vrouwen van de Velden, die zich op allerlei manieren inzet om de leefbaarheid in de wijk te vergroten.

De Wereld op Zuid

In Rotterdam zijn intensieve contacten met de Brede school De Wereld op Zuid. Samen met de ouderconsulenten van de Wereld op Zuid organiseren de regisseur en een medewerker van BMP een serie gesprekken met moeders over vragen als: Hoe kijk je naar je kind, hoe kijk je naar jezelf als ouder en wat verwacht je van de school?

Tijdens de eerste twee bijeenkomsten hebben zo’n dertig moeders van Turkse, Marokkaanse, Somalische, Nederlandse en Antilliaanse afkomst met elkaar gesproken over:

  • De grote verschillen in karakter en talent van hun kinderen;
  • Het verschil tussen jongens en meisjes en hoe je daar als ouders mee om wilt gaan;
  • De moeite die veel moeders ermee hebben om te zorgen dat zij en niet de kinderen “de baas” in huis zijn;
  • De volheid van het bestaan als moeder: je bent niet alleen verantwoordelijk voor de zorg, de regelmaat, de gezondheid, de goede voeding, het opgroeien tot zelfstandigheid, het bieden van een vertrouwde liefdevolle omgeving, het luisteren naar je kind, het doen van leuke dingen, het onderhouden van contacten met school en instanties, maar je moet ook constant inspelen op een veranderende omgeving;
  • De afwezigheid van de vaders die vaak heel lief en toegeeflijk zijn, maar zich verder niet echt verdiepen in de gevolgen van dit gedrag.

Waar zijn de vaders?

Via het Welzijnswerk Charlois heeft zich een Turkse alleenstaande vader aangediend die al tijden probeert om een vadergroep van de grond te krijgen. Om deze vader heen is een groepje gevormd van mensen die ouderen gaan interviewen over de manier waarop zij zijn opgevoed en wat zij belangrijke waarden vinden. De groep beperkt zich echter niet tot het interviewen. Iedereen die ze onderweg tegenkomen, wordt aangesproken op het onderwerp opvoeden, in de hoop dat zich uiteindelijk een vadergroep zal vormen…. 

Kinderen en meiden

Naast vele moeders, oma’s en een enkele vader doen er ook kinderen mee aan het wijkexperiment. Na afloop van de oudergesprekken op school zegt een Turkse oma, dat zij graag wil dat haar kleinkind van vier ook meedoet aan de voorstelling. Het kind is dol op verkleden en zou het echt heerlijk vinden. Andere moeders haken hierop in en zeggen dat hun kinderen ook graag mee willen doen. En dan zijn er nog de meiden van tussen de tien en twaalf jaar. Zo’n acht meiden hebben samen met de regisseur hun huis getekend en zichzelf en hun familieleden daarin geplaatst. Aan de hand van hun tekening hebben ze verteld wie voor hen belangrijk zijn en waar ze zelf het liefste verblijven. De verhalen geven een inkijkje in het leven van deze drukke kinderen. De tekeningen die ze gemaakt hebben worden eerst tentoongesteld op school, voordat ze meegenomen worden om een plek in of rond de theatervoorstelling te krijgen….
 

Rotterdams Museum

De Vrouwen van de Velden worden al een tijdje gevolgd door medewerkers van het Rotterdams Museum die op zoek zijn naar verhalen in wijken en buurten. Zij hebben foto’s van de vrouwen gemaakt en hun verhalen opgetekend. Deze worden gebundeld in een Magazine Every Woman dat samen met de vrouwen gemaakt wordt. Op 23 februari vindt een grootse presentatie van dit Magazine plaats, waarop een aantal spelers van de theaterproductie over opvoeden alvast een klein voorproefje van de voorstelling zullen geven. Het project van het Rotterdams Museum en het Wijkexperiment sluiten op deze manier naadloos bij elkaar aan.

Veel animo

Opvoeden is in Rotterdam Zuidwijk zo langzamerhand het gesprek van de dag geworden. Het animo voor de theatervoorstelling is inmiddels zo groot dat het een hele opgave wordt om al die mensen een plek te geven. Gelukkig heeft de regisseur assistentie gekregen van een enthousiaste stagiaire. Om recht te doen aan iedereen die betrokken wil zijn bij de voorstelling wordt nu gezocht naar een interactieve vorm waarbij het publiek een eigen rol speelt.

Komende tijd

De komende tijd zullen er in Zuidwijk:

  • Interviews in verschillende talen met opa’s en oma’s gehouden worden;
  • Vindt de presentatie van het Magazine Every Woman plaats;
  • Gaan de moeders van De Wereld op Zuid in gesprek met de schoolleiding over hun wederzijdse verwachtingen;
  • Blijft iedereen zoeken naar betrokken vaders en wordt er vooral verder gewerkt aan de theatervoorstelling die op 27, 28 en 29 mei in het Cultureel Centrum Larenkamp zal worden uitgevoerd.

 

Het landelijke programma

Naast de twee wijkexperimenten, waar bottum-up wordt gewerkt, kent het project Opvoeden is een gesprek ook een landelijke programmalijn waar meer top-down wordt gekeken naar de betekenis van alle verhalen, beelden en theorieën over opvoeden die op de verschillende plekken verzameld worden. Deze landelijke programmalijn wordt door drie groepen gedragen. Er is een landelijke oudergroep die zich vooral met visieontwikkeling vanuit een migrantenperspectief bezig houdt, een initiatiefgroep die fungeert als maatschappelijk drager van het project en die meer vanuit een theoretisch perspectief naar de stand van zaken in het opvoeddebat in het algemeen en dat vanuit een migrantenperspectief in het bijzonder kijkt en er is een klankbordgroep van vertegenwoordigers van professionele instellingen en organisaties die actief zijn op het brede terrein van opvoeden.

1. Landelijke oudergroep

De landelijke oudergroep wordt gevormd door circa 10 ouders van Turks, Marokkaans, Surinaams, Nederlands en Somalische komaf. De oudergroep is te beschouwen als een voorhoedegroep van migrantenouders die eigen visies en toekomstbeelden formuleert en daarmee het maatschappelijk en politiek debat over opvoeden op een actieve manier beïnvloedt.

Het afgelopen half jaar is met alle leden van de groep individueel gesproken en is een eerste bijeenkomst georganiseerd in Stadskasteel Oudaen in Utrecht.

 

 In de eerste (dubbele) bijeenkomst hebben we gesproken over onderwerpen als:

  • De waarden en normen die je als ouder een plek wilt geven in de opvoeding
  • De verschillen tussen thuiscultuur, schoolcultuur en straatcultuur en de vraag hoe je als ouder hiermee om kunt gaan
  • De vraag wat mensen van verschillende achtergronden bindt als het om opvoeden gaat;
  • Vanzelfsprekendheden in de ‘dominante cultuur’ die bevorderend danwel belemmerend zijn voor ouders met een migrantenachtergrond;
  • Vanzelfsprekendheden vanuit de eigen culturele achtergrond die bevorderend of belemmerend zijn bij het opvoeden;
  • De vraag wanneer een ouder of een kind succesvol is en hoe je succes kunt bevorderen.

De tweede bijeenkomst van de oudergroep vindt begin april plaats.

 

Komende tijd

Het samenstellen van de landelijke oudergroep is een tamelijk tijdrovende bezigheid geweest. Ouders hebben het vaak zo druk dat ze nauwelijks tijd vrij kunnen maken om aan een groep als deze mee te kunnen doen. We zijn blij dat het nu toch gelukt is een groep te vormen. Deze groep zal de komende maanden regelmatig bijeenkomen om verder met elkaar te spreken en te benoemen welke onderwerpen en thema’s in het maatschappelijk en politiek debat moeten worden ingebracht.  

2. Initiatiefgroep

Naast de landelijke oudergroep is er de initiatiefgroep van het project. Deze groep bestaat uit 10 personen afkomstig uit universitaire kring, maatschappelijke organisaties, journalistiek, literatuur en dergelijke. De initiatiefgroep fungeert als inhoudelijk en maatschappelijk “drager” van het project en denkt mee over de breedte aan vraagstukken en onderwerpen die samenhangen met het thema opvoeden en de wijze waarop die op verschillende niveaus in de samenleving aan de orde kunnen worden gesteld.

De initiatiefgroep is nu tweemaal bijeen geweest, in november 2010 en in januari 2011. De volgende bijeenkomst vindt plaats in april.

De eerste bijeenkomst van de initiatiefgroep stond vooral in het teken van kennismaken met elkaar en elkaars achtergronden. In soms heel persoonlijke verhalen vertelden de leden van de groep hoe ze zelf zijn opgevoed, welke ervaringen daarin bepalend waren voor hun verdere leven en wat ze zelf onder opvoeden verstaan. 

Aan het slot van de bijeenkomst hebben de leden van de groep elk hun definitie van opvoeden gegeven. Deze liepen uiteen van “Opvoeden is begeleiden, zorgen en omgang met kind” tot “Opvoeden is voor mij een gesprek en genieten. We zijn uit verschillende volkeren geschapen en we moeten elkaar ontmoeten. Dit moet onze missie zijn: “elkaar ontmoeten.”

In de 2e bijeenkomst is aandacht besteed aan de verschillende lijnen en niveaus die in het project te onderscheiden zijn, de rol van de initiatiefgroep hierin en de huidige stand van zaken in het maatschappelijk en wetenschappelijk betoog over opvoeden. De groep buigt zich over de vraagstelling van de essays die de komende maanden door journalisten, wetenschappers en ervaringsdeskundigen worden geschreven en denkt actief mee over het programma van de werkconferentie met experts uit de landen van herkomst die in het najaar van 2011 in het kader van het project plaats zal vinden.

3. Klankbordgroep 

De klankbordgroep wordt gevormd door vertegenwoordigers van landelijke instellingen die zich direct of indirect met het brede vraagstuk van opvoeden bezighouden.

 De leden van de klankbordgroep:

  • brengen de uitgangspunten, ervaringen en praktijken van de verschillende professionele instellingen in;
  • reflecteren op de inhoud en de uitkomsten van de verschillende onderdelen van het project;
  • denken mee over de vraag hoe migranten zich mede-eigenaar van het debat over opvoeden kunnen gaan voelen;
  • zoeken samen met de stichting BMP naar mogelijkheden om de uitkomsten en resultaten van het project te implementeren.

Vooruitblik

De eerste maanden van het project zijn we, naast het activeren van mensen in de twee wijkexperimenten, vooral bezig geweest met het verzamelen van verhalen, thema’s invalshoeken en theorieën. Dat levert een bonte mengeling aan beelden en inhoud op. De komende periode gaan we aan de slag om hierin ordening aan te brengen en de grote hoeveelheid onderwerpen en verhalen in te dikken tot een aantal herkenbare thema’s en vraagstukken die we in het tweede jaar van het project verder willen uitdiepen. Het gaat daarbij om thema’s en onderwerpen als:

  • De behoefte van veel ouders aan een bredere opvoedcontext dan het gezin;
  • De betekenis van beloning en straf in verschillende culturen en de vraag hoe je hiermee in een Nederlandse context omgaat;
  • De door de moeders ervaren afwezigheid van veel vaders en de verwachtingen die vaders en moeders van elkaar hebben;
  • Het belang van een diepgaander gesprek tussen ouders en kinderen over het waarom achter veel opvoedidealen en praktijken;
  • Opvoeden in een andere sociale en culturele context dan je van huis uit gewend bent en de noodzaak om je zelf als opvoeder dus “opnieuw uit te vinden”.
  • De invloed en de macht van professionele instellingen en de waarden en  normen die zij vertegenwoordigen;
  • De wederzijdse verwachtingen tussen ouders en school en de manier waarop daarover gesproken kan worden.
  • De afwezigheid van jongeren in het gesprek over opvoeden en de vraag hoe hun ervaringen, denkbeelden en verwachtingen bespreekbaar kunnen worden gemaakt.

In de periode tot juni staan de volgende activiteiten gepland.

  • Afronding van de literatuurstudie waar in december mee begonnen is;
  • Het, samen met de initiatiefgroep formuleren van de startvragen voor een viertal essays over opvoeden vanuit migranten perspectief en het uitzetten van deze vragen bij de juiste auteurs.
  • Het samen met de oudergroep opstellen van een eerste visiestuk over de rol van migrantenouders in het opvoeddebat.
  • Het uitvoeren van de theatervoorstellingen in Rotterdam Zuidwijk en Amsterdam Geuzenveld en het voeren van het gesprek met wijkbewoners naar aanleiding van deze voorstellingen;
  • Het samen met de initiatiefgroep, oudergroep en klankbordgroep voorbereiden van de werkconferentie met experts uit een drietal landen van herkomst. (Deze conferentie vindt eind 2011 plaats);
  • Het uitwerken en voorbereiden van een tweetal praktijkexperimenten voor het tweede jaar:
    • Experiment 1 Jongeren werken aan het (V)MBO en aan hun toekomst: een experiment waarbij vroegtijdige schoolverlaters als groep aan de slag gaan met de vraag waarom zij met school gestopt zijn en in gesprek met hun omgeving tot een advies komen wat er zou moeten gebeuren om te zorgen dat anderen dit niet overkomt. (Beoogde plek van uitvoering: Rotterdam)
    • Experiment 2 Jongeren en ouders in gesprek over opvoeden. Uit de wijkexperimenten blijkt dat het gesprek tussen ouders en jongeren over het waarom achter bepaalde opvoedingsidealen en praktijken nauwelijks gevoerd wordt, terwijl zeker de jongeren hier wel behoefte aan hebben. In experiment 2 wordt een methode ontwikkelt om dit gesprek op een creatieve wijze te laten verlopen en de thema’s te achterhalen die in dergelijke gesprekken belangrijk zijn. (Beoogde plek: Utrecht)